In week 5 las ik FUN HOME van Alison Bechdel, een omvangrijk en complex stripverhaal over seksualiteit, dood en schuld. Het is de eerste beeldroman van Bechdel, die daarvoor naam maakte met Dykes to watch out for, een vooral in de gayscene veelgelezen paginastrip. Met Fun Home kreeg Bechdel ook in de mainstream media veel aandacht: het boek werd een bestseller, won verschillende prijzen en werd veelvuldig vertaald. In april 2015 ging zelfs een musicaladaptie in première: Fun Home werd als musical genomineerd voor vijf Tony Awards.
Een musicalbewerking? Is Fun Home dan een vrolijk, vriendelijk, zing-maar-mee cliché-extravaganza voor de hele familie? Niet bepaald. In 232 pagina’s kijkt een volwassen Alison terug op het gezin waarin ze opgroeide – en die thuissituatie ligt gecompliceerd. Eerlijk en nietsontziend verkent Bechdel haar familiegeschiedenis, haar seksualiteit én die van haar vader. Want de norse en afstandelijke Bruce Bechdel, vader van drie, blijkt jarenlang zijn vrouw te hebben bedrogen met verschillende jongens en mannen. Jaren later probeert verteller Alison grip te krijgen op dat geheim en meer nog op de context van die ontmaskering: wat dreef vader Bruce? En wat speelde er op dat moment in het gezin?
Die verkenning is nadrukkelijk vormgegeven als zoektocht. Bechdel vertelt haar verhaal fragmentarisch: ze lijkt al schrijvend tot inzichten te komen en herhaalt veel herinneringen twee, drie of vier keer. Zo maakt vader Bechdel al in het eerste hoofdstuk een opmerking over Alisons jurkje. Op dat moment illustreert de scène alleen vaders strenge opvoeding, maar als later Bechdels verzwegen homoseksualiteit uitkomt, keert eenzelfde soort aankleedmoment terug. Het verworven inzicht biedt een nieuw perspectief op de scène: nu schrijft Bechdel dat haar vader misschien probeerde zijn vrouwelijkheid via haar te uiten.
Deze fragmentarische vorm werkt sterk: door Bechdels vertelwijze krijgen haar thema’s als seksualiteit en familierelaties iets organisch. Haar verhaal ontwikkelt zich niet alleen in tijd, maar ook in diepgang, doordat op iedere pagina meer betekenis zichtbaar wordt. Zo heeft de lezer pas tegen het einde van Fun Home een compleet beeld van een van de meest herhaalde scènes, de dood van Alisons vader. Bechdel construeert de scène zorgvuldig en gedoseerd: ze vertelt eerst hoe Bruce Bechdel wordt aangereden door een vrachtwagen, een week na de ontdekking van zijn dubbelleven. Het blijft onduidelijk of Bruce zelf voor de vrachtwagen stapte, hij zou ook geschrokken kunnen zijn van een slang. Op dat moment weet de lezer nog niets van Bruce’ geheim. De tweede keer is dat inzicht er wel, maar pas bij de derde hervertelling weet de lezer dat Alison zelf ook met haar homoseksualiteit worstelt. Zo biedt Bechdel cirkelend en stap voor stap meer context, tot duidelijk wordt komt dat Bruce’ mogelijke zelfmoord niet alleen volgende op de week waarin zijn geheim werd ontdekt, maar ook op de week waarin Alison uit de kast komt. Daarmee ben je als lezer onopgemerkt en onvermijdelijk naar een vraag geleid: heeft Alisons coming-out bijgedragen aan de zelfmoord van haar vader?
Dat die vraag organisch komt bovendrijven is Bechdels grootste verdienste: het is geen plots inzicht, geen strike of genius, maar een langzaam ontstaan begrip. Alsof je je iets realiseert dat er altijd al was. Bechdel legt verbanden legt de opgekropte gevoelens van haar vader en haar eigen opstandige jeugd, ze herkent zich achteraf best in haar vaders handelen en ze ziet in dat hun afstandelijke manier van communiceren misschien wel wederzijds begrip bevatte. Met Fun Home vertelt Bechdel hoe we herinneringen proberen te begrijpen, hoe we ze hervertellen en hervertellen, om zo tot een narratief te komen
Nu maakt deze krachtige opbouw Fun Home al tot een gecompliceerd boek – maar Bechdel voegt daar ook literaire verwijzingen aan toe. Ze hint naar The Wind in the Willows, The Great Gatsby en Ulysses, maar ook naar mythen als die van Icarus en Telemachus. Dat heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het succes van Fun Home, want veel literaire recensenten roemden deze beladen intertekstualiteit. En al zijn de parallellen tussen Alisons verhaal en de genoemde werken mooi en goed gevonden, eenvoudig zijn ze niet. Het maakt Fun Home soms complexer dan nodig is.
Fun Home brengt in beeld hoe lastig het is een levensverhaal compleet te kunnen overzien. Bechdel laat haar lezers achter met een gevoel van onmacht: misschien heeft niet iedere herinnering betekenis en niet iedere zoektocht eindigt met een groots inzicht. Dat is tegelijkertijd onbevredigend en troostend. Zo gaat het soms, zegt Bechdel, en daar zullen we het mee moeten doen.
*
Tekst & tekening
Ik ga graag nog wat dieper in op de verhouding tussen tekst en beeld in Fun Home – maar sommige mensen vinden dat je een boek kapot kunt analyseren. Haak vooral af, ik ga nog even door. Want Fun Home is niet alleen op plotniveau zorgvuldig verteld, maar is ook heel doordacht getekend. In een interview licht Bechdel toe hoe dat proces in zijn werk is gegaan.:
‘I want pictures that you have to read,’ zegt ze in The Comic Journal, ‘that you have to decode, that take time, that you can get lost in. Otherwise, what’s the point?’.
Die opvatting (zal ik het poëtica noemen?) is in Fun Home duidelijk terug te zien: Bechdel tekent opvallend veel details en laat haar panels niet altijd logisch op elkaar volgen. Zelden is twee keer hetzelfde te zien, zelden houdt ze haar camerastandpunt gelijk. Bovendien wordt in Fun Home niet in beeld gebracht wat al staat beschreven. Ik ga kort uit te leggen hoe je als lezer aan het werk wordt gezet.
Op deze pagina staan tekst en tekening tamelijk los van elkaar. In het eerste panel lopen ze precies gelijk op: zowel beeld als taal verwijst naar dezelfde scène, die van Bruce’ ongeluk en de slang waar hij mogelijk van schrok. In het tweede panel slaan zowel tekst als beeld op een slang, maar er ontstaat ook afstand: de tekst gaat dieper in op de symboliek van het dier, in de tekening verbeeldt Bechdel hoe ze met haar broertjes een slang zag, tijdens een vakantie. Daarmee beginnen de tekeningen een eigen verhaal: het verloop van Alisons avond. Tekst en beeld ontwikkelen zich in de volgende drie panels, los van elkaar. Pas in het laatste panel ontstaat weer overlap: de slang op het omslag van The worm Ouroboros sluit aan op met de begeleidende tekst snakes also imply cyclicality (dat viel mij overigens ook pas bij herlezing op). En Ouroboros is nota bene een fantasyroman over het cyclische in natuur en geschiedenis (dat heb ik moeten googelen).
Hoe dan ook, het is aan de lezer om ook overeenkomsten in de overige panels te ontdekken – en hier ontwaakt de detective in mij. Wie zijn best doet ziet overlap: de terloopse opmerking dat Alison eens een paardenstaart zou moeten proberen, valt te rijmen met het mannelijke én vrouwelijke dat een slang kan symboliseren. Alisons irritatie over haar moeder sluit op die manier aan op what’s so unsettling about snakes. Daar hoef je trouwens niet eens erg je best voor te doen. Als je dat wel zou willen: ik puzzel nog even op het gebruik van de spiegel. Dat symbool wordt hier alleen als decor gebruikt, maar wordt door de hele roman in verschillende vormen herhaald.
Het is verleidelijk om dan in overdrive te raken. Er valt nog heel meer te zeggen, maar voorlopig ga ik het hierbij laten.